Al 8000 jaar genieten van wijn
In de regio rond Tblisi in het huidige Georgië zijn in 2017 kruiken gevonden met daarin residuen van wijn. De residuen zaten in grote vaten die waarschijnlijk gebruikt werden voor fermentatie, rijping en opslag en dateren tot 6000 jaar voor Christus. Dit is zo bijzonder dat het Guiness World Records deze archeologische vondst met een officieel record heeft beloond. Het betekent ook dat er al minstens duizend jaar langer wijn werd gemaakt dan tot nu toe gedacht werd. Eerder werden in Iran bewijzen van wijnbereiding gevonden, in potten van z’n 5000 jaar voor Christus.
De potten in Georgië laten afbeeldingen van druiventrossen en een dansende man zien. Deze grote ‘qvevi’-potten worden in Georgië nog steeds voor wijnproductie gebruikt. Men vermoedt dat de wijn duizenden jaren geleden op een zelfde manier werd gemaakt als de qvevri-methode die vandaag nog wordt toegepast. Daarbij worden de druiven geplet, waarna het vruchtvlees, de steeltjes en de pitten samen fermenteren.
De vondst in Georgië is tot nu toe de oudste druivenwijn. Wijn zonder druivenbasis was er al vroeger. De alleroudste sporen van een gefermenteerde alcoholische drank van rijst, honing en fruit werden gevonden in China en dateren van ongeveer 7.000 voor Christus.
We genieten dus al ruim 8000 jaar van wijn. Waarbij wijn allerlei functies vervult. Zo heeft wijn een sociale rol, maar ook een religieuze, een medicinale én een culinaire. Dat maakt wijn heel bijzonder. Best begrijpelijk deze drank door zo velen gekoesterd wordt.